Het is niet de eerste keer dat ik iets schrijf over hoe beleidsmakers tegen consumentenbestedingen aankijken. U kent het ook: vrijwel dagelijks staat er ergens in de krant een commentaar over achterblijvende of terughoudende consumentenbestedingen. Vandaag nog, zagen we in de laatste CBS cijfers dat er een daling is in het consumentenvertrouwen ten opzichte van vorige maand. En toch maar roepen dat de consument moet gaan uitgeven.

Terwijl ik er juist voor pleit om er vanuit te gaan dat we de komende jaren niet moeten rekenen op aanzienlijke stijgingen van consumentenbestedingen. In ons onderzoek Focus op 2011 (mail info@trendbox.nl ) vinden we eigenlijk alleen pessimistische gevoelens over de onmiddellijke toekomst: onzekerheid, in de war, onrustig, een beetje angstig. Ik citeer uit de epiloog: onzeker omdat positieve gevoelens over het nieuwe jaar hun oorsprong hoofdzakelijk vinden in klein persoonlijk geluk, onrust omdat er grote zorg is over maatschappelijke cohese en de erosie van de verzorgingsstaat, alsmede onzeker over de politieke situatie in Den Haag. En een beetje angstig omdat velen zich kwetsbaar voelen voor geweld, voor terrorisme, voor aanslagen.

Vertaald naar veranderende waarden constateert het rapport dat er een geest door Nederland waart van modern pragmatisch conservatisme waarbij waarden uit de tweede helft van de vorige eeuw weer hoog in het vaandel staan. Eigenbelang staat voorop. Hoewel het rapport ook constateert dat er geen generatiekrach op komst is. Nu nog niet, denk ik daar dan achteraan. Die egocentrische beweging is namelijk wel al een aantal jaren aan de gang.
Maar al met al, om nu te gaan verwachten dat consumentenbestedingen fiks zullen stijgen, zou wel erg naïef zijn. Natuurlijk, elke trend heeft weleens een tijdje een tegentrend. Vaak is dat op individueel produktniveau juist tegengesteld zichtbaar: enkele categorieën van typische mannenprodukten (gadgets, maar ook auto’s) zijn inmiddels bezig aan een inhaal race. Maar kijken we over hele bestedingsgroepen heen naar bijvoorbeeld voeding dan is het beeld toch duidelijk: Waar a-merken het wat moeilijker hebben (tenzij ze er zelf iets aan doen, zie P&G met de websites in de VS), zien we dat huismerken (en hopelijk ook de producenten ervan) het juist wat beter doen. Maar liefst 49 % geeft aan het komend jaar vaker huismerken te gaan kiezen en minder vaak A-merken (alles is relatief, maar op dezelfde vraag gaf in 2007 nog 36 % aan dit te doen, in 2008 was dit 40 % en vorig jaar was dit 45 %, op zijn minst een consequent stijgende lijn).

De grote uitzondering in voedingsland is alles wat met biologisch te maken heeft: daarmee gaat het wel goed, gesproken wordt van een 20 % groei ten opzichte van 2009. Laten we die uitzonderingen koesteren en ze de ruimte geven die we economisch gezien kennelijk nodig hebben.
Ik volg u verder:
Goos.eilander@trendbox.nl