`Zelfstandige verdwijnt uit straatbeeld`. Dat is de kop boven een artikel op de website van het Algemeen Dagblad (AD) vandaag. Een onheilspellende kop voor menig ondernemer in de retailbranche. Het AD haalt in het artikel een onderzoek van Corio, één van de grootste retailvastgoedbeleggers van Europa, aan. Het onderzoeksrapport van Corio vertelt dat zelfstandige winkeliers steeds meer verdwijnen uit de belangrijkste winkelstraten van Nederland, de zogenaamde A1-locaties. Het Corio-rapport voorspelt dat, bij ongewijzigd beleid, zelfstandige winkeliers over 12 jaar volledig zijn verdwenen op A1-locaties. Hoe zit dat nu precies?
Uit het rapport van Corio blijkt dat de afname van het aantal zelfstandige winkeliers veel sneller gaat dan tot nu toe werd aangenomen. In de belangrijkste winkelgebieden van steden als Utrecht (toch één van de topwinkelsteden van ons land) en Leeuwarden is het aandeel winkelruimte (winkelmeters) van zelfstandige retailers gedaald tot onder de 1 procent. Dat baart Corio (en vast en zeker niet alleen Corio) de nodige zorgen. `Om internet het hoofd te bieden, moeten we nu ingrijpen`, zegt bestuursvoorzitter van Corio Nederland John van Haaren in het AD. Volgens Van Haaren zijn vooral de zelfstandige winkels `het verschil tussen internet en winkelcentra`. Van Haaren pleit er bovendien voor om de huurwetgeving aan te passen, zodat de zelfstandige retailer meer mogelijkheden krijgt. `In Nederland is er een enorme ketenvorming (vergelijk: in Nederland is circa 65 procent van alle winkels in handen van een zelfstandig ondernemer, in België en Luxemburg is dat respectievelijk 82 en 86 procent). Als je gaat uitzoeken hoe dat komt, zie je dat het heel diep in de wetgeving zit. De mogelijkheden om de zelfstandige winkeliers in de centra te houden zijn echter beperkt. Sinds de zestiger jaren is het immers mogelijk dat huurders hun huurcontract doorverkopen, zonder vereiste toestemming van de verhuurder.` Doordat retailers zich kunnen laten uitkopen is er volgens Van Haaren nauwelijks grip op het winkelaanbod in een winkelcentrum. Van Haaren denkt wel dat een aanpassing van de wet ervoor kan zorgen dat er weer voldoende afwisseling komt. `We hebben hetzelfde belang als de consument`, betoogt de CEO van Corio Nederland. `We willen betere winkelcentra.`
Al met al een somber verhaal. En natuurlijk zit er een flinke kern van waarheid in. Je hoeft geen professor te zijn om te zien dat veel zelfstandige retailer in ons land het moeilijk hebben. De cijfers laten dat ook wel zien. Over het hoe en waarom van de daling van het aantal zelfstandigen zijn de meningen echter meer verdeeld. Zo ook over de vraag hoe (en überhaupt `of`) die tendens omgebogen moet worden. Belangenorganisatie Detailhandel Nederland noemde het signaal van Corio in een reactie `sympathiek`, maar is ook kritisch. `In Hoog Catharijne betaal je vijftienhonderd tot tweeduizend euro per maand en het is Corio zelf dat dit bedrag bepaalt. Aan die hoge huren zou het bedrijf ook iets moeten doen als het kleine ondernemers echt wil behouden`, zegt een woordvoerder in het AD. Er lijkt zicht de komende jaren in ieder geval een verdergaande schifting onder de zelfstandige retailers te gaan voltrekken; de kleine retailers (ook wel `papa-en-mama-winkels` genoemd), die niet of nauwelijks aan conceptontwikkeling en vernieuwing doen en een beperkte financiële buffer hebben, zullen het zwaar krijgen, met als gevolg dat er in deze groep veel ondernemers zullen afhaken. De economische crisis zal dit proces nog eens versnellen. Ook het feit dat deze snel vergrijzende groep ondernemers veel moeite heeft om opvolgers te vinden versnelt dit proces. Veel ondernemers in deze categorie kunnen alleen het hoofd boven water houden doordat zij `op hun vastgoed zitten`; ze huren geen winkelpand maar zijn eigenaar van het pand. Vaak is dit ook hun belangrijkste vorm van pensioen. Kortom; deze groep ondernemers zal het inderdaad moeilijk krijgen.
Er is echter ook een groep zelfstandig ondernemers die wél vernieuwt, die wél met nieuwe concepten en ontwikkelingen bezig is. Ik ben ervan overtuigd dat deze zelfstandigen ook in de toekomst van een enorme toegevoegde waarde zullen zijn. En ze zitten in bijna alle sectoren; van food (Marqt, Vlaamsch Broodhuys) tot mode (Van Dijk in Waalwijk en `good old` Piet Zoomers) tot wonen (Eijerkamp). Deze retailers met lef en visie zullen ook in de komende jaren hoge ogen gooien bij de consument. Bovendien zien we dat veel ondernemers ervoor kiezen om in franchiseverband te gaan werken; zelfstandig ondernemerschap combineren met het voordeel van een bij de consument bekende formule, een goedgeregelde backoffice, gezamenlijke marketingcommunicatie en bijvoorbeeld een gezamenlijke online strategie (al zitten hier, met alle belangen van de verschillende franchisenemers, wel wat haken en ogen aan) is voor veel retailers aantrekkelijk.
Hoe de toekomst van de zelfstandig ondernemer er in het winkelgebied van de toekomst zal uitzien is natuurlijk een ander verhaal. De tendens dat de toplocaties in de A1-winkelstraten onbereikbaar (lees: te duur, zowel qua huurprijs als qua sleutelgelden) zijn voor zelfstandigen zal nog wel even voortduren. Het lijkt er in ieder geval op dat de A1-winkelgebieden vooralsnog het minst te lijden hebben van de economische crisis; de huurprijzen blijven daar relatief aardig op niveau, onder invloed van onder meer de grote (inter)nationale retailketens (veel mode) en ook brandstores die retailmeters op de A1-locaties wensen. In de aanloopstraten naar het kernwinkelgebied toe echter gebeurt veel meer. Daar ontstaat meer leegstand en dalen de huurniveaus, resulterend in kansen voor zelfstandig ondernemers. Op deze manier moet een goede mix ontstaan van de bekende ketens en formules en verrassende zelfstandig ondernemers. Steden als Haarlem (de Kleine Houtstraat werd recent tot leukste winkelstraat van Nederland verkozen, en de stad als geheel is meermalen tot beste winkelstad van Nederland verkozen) en ook Amsterdam (met de Negen Straatjes) bewijzen dat het kan. Voorwaarde lijkt echter wel dat de binnenstad, naast een uitgebreid winkelaanbod, ook op andere vlakken toegevoegde waarde moet bieden aan de consument. Horeca, terrassen, architectuur, stedelijk schoon, andere vormen van vermaak en leisure; het complete plaatje moet kloppen.
Hans van Scheerdijk