door Richard Stekelenburg
HAARLEM – De koopavond op donderdag doet het in Haarlem opvallend slechter dan elders in het land. Ook de maandag blijft merkwaardig achter als het gaat om bezoekcijfers van de binnenstad.
Gemeente: geen behoefte aan dagelijkse cijfers
Maar dat zijn nog niet eens de meest frappante gegevens. Recente cijfers laten zien dat de Grote Houtstraat gemiddeld over de week genomen zo’n twintig procent minder bezoekers trekt dan vorig jaar.
Het zijn zomaar een paar van de conclusies die te trekken zijn uit de metingen die het bedrijf CityTraffic sinds 2010 24 uur per dag zeven dagen in de week in Haarlemse winkelstraten verricht.
Het bedrijf doet deze metingen inmiddels in 120 gemeenten in Nederland. Tot verbazing van directeur Huib Lubbers doet de gemeente Haarlem tot nu toe niets met die cijfers. Lubbers: ,,Ik heb een paar keer
aangeklopt, maar er is geen interesse voor, zo lijkt.’’ CityTraffic meet bezoekers aan de hand van elektronische kastjes die bluetooth- en wifi-gegevens registreert. Dat maakt dat elke registratie aan één unieke voorbijganger is gekoppeld. In Haarlem hangen kastjes in de Grote Houtstraat, de Anegang, Zijlweg, Cronjéstraat en winkelcentrum Schalkwijk.
Afnemers
Voor de Haarlemse cijfers heeft het bedrijf nu zo’n twintig tot dertig afnemers. ,,Dat zijn grootwinkelketens die hun beleid mede afstemmen op dit soort cijfers’’, zegt Lubbers. ,,Zij hebben desgewenst dagelijks
inzicht in de actuele gegevens.’’ Wie de Haarlemse cijfers over 2013 naast de landelijke legt, ziet dat de stad het in dat jaar nog zeker niet slecht doet. Na een voorzichtige start zijn er tal van piekmomenten
waar Haarlem boven het gemiddelde scoort, zeker in evenementenmaand augustus. De meest recente cijfers over de Grote Houtstraat laten echter zien dat de grootste Haarlemse winkelstraat inmiddels flink
ónder het landelijk gemiddelde duikt. Lubbers: ,,Er zijn zeker steden die het slechter doen, maar Haarlem kan niet achterover leunen. Trends zetten door.’’
Slecht jaar
Over het algemeen geldt dat 2013 een ’slecht’ jaar was. Ten opzichte van 2012 kelderde het aantal bezoekers landelijk met tien procent. En die lijn wordt in 2014 doorgetrokken.’’ Lubbers: ,,Je ziet dat mensen meer op
internet kopen, en dat het winkelbezoek korter en doelgerichter is. Het van winkeltje naar winkeltje lopen gebeurt steeds minder. Wat verder onder meer opvalt, is dat het winkelbezoek langzaam verschuift naar een
later tijdstip.’’ Maar wat kan een gemeente met die gegevens? ,,Van alles! Het plannen van de evenementen zodat die optimaal economisch rendement bieden, bijvoorbeeld. Haarlem geeft erg veel geld uit aan Citymarketing en evenementen zonder goed inzicht te hebben in de effecten.’’
Waarom?
Lubbers geeft een voorbeeld uit Leiden: ,,De Haarlemmerstraat daar is als winkelstraat eigenlijk te lang. Mede op basis van onze metingen zet de stad nu in op het eerste gedeelte en investeert miljoenen om daar een
aantrekkelijk wandelrondje te creëren.’’ Een ander voorbeeld dient zich aan als we bij de beweegbare afsluitpalen bij het Verwulft komen. ,,Met het afsluiten van de straat om 11 uur mogen er ook geen fietsers
meer door. Maar op basis van wat mag dat eigenlijk niet vanaf 11 uur? Misschien is 12 uur wel een beter moment. Dan zou je naar de cijfers moeten kijken.’’ De gemeente laat weten vast te willen houden aan de
metingen van een ander bedrijf: Locatus. Die telt handmatig en op momenten dat de gemeente opdracht geeft. Een woordvoerder: ,,Daarbij spelen kosten ook een rol. CityTraffic is aanmerkelijk duurder.’’ Volgens CityTraffic vraagt ze ’een paar duizend euro’ per jaar.
Bron: Haarlem Dagblad,
Datum: 12 november 2014